December 12, 2013 hanne.lemmens

Moei je met je eigen bord!

Omdat ik onlangs de zegenrijke leeftijd van negenentwintig jaar bereikt heb, kan ik met gemak de inventaris van mijn leven tot hier toe opmaken. Zo kijk ik terug en merk ik dat ondoordachte impulsiviteit, eigenwijsheid en over anderen oordelen de leidraden van mijn leven geweest zijn. Ik heb geen spijt. Het leven is kort en wordt vanaf nu steeds korter. Noem het maar morbide, ik noem mezelf liever een levensgenieter.

Een genieter van spijzen – alle spijzen. Doch heb ik een grens. Want bij al die introspectie schieten me ook velerlei zinnen te binnen die ik reeds mijn hele leven hoor. “Dat zou ik niet doen, Hanne,” is een onschuldige klassieker. Net zoals “Er staat duwen, niet trekken op de deur” een rode draad is. Zo ook hoor ik tot vervelens toe volgende parel: “Heb jij je bord niet leeggegeten?” uit de verbaasde monden van kelners, ouders en tegenwoordig mijn levenspartner. Waarop mijn antwoord dan steeds standvastig klinkt: “Moei je met je eigen bord!”.

Oh.

“Oh.”

Etiquette aan tafel is niet alleen verontrustend ongemakkelijk, het zorgt ook consequent voor overgewicht. Want hoewel gulzig zijn duidelijk niet mag en in een ander zijn bord kijken ook niet, moet je je bord per se leegeten. Ongeacht de toestand waarin je maag zich bevindt. Ongeacht welke onverlaat jouw bord heeft volgepropt. Niemand hoeft mij te vertellen hoeveel ik moet eten. Indien ‘zij’ dus mijn bord laden met overigens heerlijke eetwaren, is het hun eigen schuld dat mijn kleine maag deze premisse niet kan waarmaken.

Maar zelfs al heb je die tweede portie zelf genomen, houdt dit fascisme (fascisme!) geen steek. Hoe kan je immers op voorhand weten hoeveel je buik aankan? Je buik is onvoorspelbaar. Dat hangt van veel factoren af: je kan een kleine portie nemen maar toch ten onder gaan aan de rijkheid van je maaltijd vis à vis het gebruik van room, echte boter, de hoeveelheid vlees of aardappelen enzovoort. Je kan zo veel honger hebben dat je jezelf overschat. Want je ogen bedriegen je. Dat is op alle vlakken een waarheid des levens.

“En anders geen dessert,” dreigen ze nog. Dus ik moet me opvullen om me nog eens op te vullen. Voor wie? Althans niet voor mezelf. Voor de kinderen in derdewereldlanden? Voor armen op straat? De oorzaak van de wegwerpcultuur ligt bij globale supermarkten die vervaldata als nazi’s opvolgen, niet bij mij! Ik geef mijn overschot immers met graagte aan de enkele mensen die niet vies van me zijn: mijn moeder of mijn partner. Niet toevallig dezelfde mensen die me aansporen me te overeten. Leg de schuld eerder bij hén, denk ik dan, want zij gaan het ook niet opeten.

Gaat de vuilnisbak in de keuken meuren? Is het zonde al dit eten weg te gooien? Dat kan. Ik kan ook een indigestie opdoen. Dat is pas zonde.

, , ,

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *